De Chinese leider Xi Jinping heeft zijn 66e verjaardag gevierd met zijn Russische collega Vladimir Poetin. Die had ijs uit eigen land meegenomen als cadeau, berichten Chinese staatsmedia.
Het is niet bekendgemaakt op welke smaak hij trakteerde.
Op beelden is te zien dat de mannen samen het glas heffen bij een hotel in Dusjanbe, de hoofdstad van Tadzjikistan. Daar wordt een regionale top gehouden. Ook onderwerpen Poetin en Xi een witte verjaardagstaart aan een inspectie. Het is onduidelijk of ze die ook hebben geproefd.
De Chinese leider had ook een aardigheidje voor Poetin. Die mag Chinese thee mee naar huis nemen. Xi heeft zijn collega bedankt en hem op het hart gedrukt dat hij erg populair is in China.
Xi Jinping, die door critici weleens wordt vergeleken met Winnie de Poeh, is sinds 2013 president van de Volksrepubliek China. In maart 2018 stemde het Chinese Volkscongres in met een grondwetswijziging waardoor Xi zijn leven lang aan de macht kan blijven.
Xi werd in 1974 op 21-jarige leeftijd lid van de Communistische Partij, een jaar later begon hij aan zijn technische studie bij de Tsinghua Universiteit in Beijing, de vermaarde universiteit die veel Chinese topfunctionarissen heeft afgeleverd. Xi studeerde daar als technicus en jurist af.
Na een korte dienst in het Chinese leger werd hij in 1982 partijsecretaris van de Hebei-provincie in het noordoosten van China. In tien jaar tijd klom Xi op in de partijhiërarchie en in 2000 werd hij beloond met de benoeming tot gouverneur van de provincie Fujian, in het zuidoosten van het land.
Toen de partijbaas van Shanghai in 2006 wegens corruptie aan de kant werd gezet, kreeg Xi de taak de rotzooi in Shanghai op te ruimen. Hij slaagde daar in en werd in 2007 benoemd tot vicepresident en lid van het machtige politbureau.
In China is Xi ook bekend vanwege zijn vrouw, zangeres Peng Liyuan. Zij beschrijft haar man als "eerlijk, hardwerkend en nuchter". "Als hij thuis is, heb ik nooit het idee dat er een leider in mijn huis is. Voor mij is hij gewoon mijn echtgenoot", zei ze eens in een interview met Reuters.